Veelgestelde vragen over EVC

41. Wel of geen gedragsindicatoren onderbouwen

- Formele onderwijsstandaarden bestaan uit kerntaken, die zijn onderverdeeld in (een beschrijving van de) werkprocessen, die op hun beurt zijn uitgewerkt in gedragsindicatoren, en onderliggende competenties. De onderbouwing in ervaringscertificaten gebeurt herkenbaar tot op gedragsindicator.

- Bij diverse beroeps- en branchestandaarden is in de aanvullende voorwaarden opgenomen dat de gedragsindicatoren slechts indicatief zijn. Zij kunnen dus herkenbaar zijn in de onderbouwing, maar dat hoeft niet.  De onderbouwing in ervaringscertificaten gebeurt herkenbaar tot op de omschrijving. Dit betreft de standaarden:

- B185 Vakbekwame Sociaal Werker mbo-niveau: "3.2 De gedragsindicatoren die in de bijlage van de EVC-beroepstandaard staan, worden gebruikt als hulpmiddel voor het aantonen van een competentie."
- B186 Vakbekwame Sociaal Werker hbo-niveau: "3.2 De gedragsindicatoren die in de bijlage van de EVC-beroepstandaard staan, worden gebruikt als hulpmiddel voor het aantonen van een competentie."
- B301 Startbekwame pedagogisch medewerker Kinderopvang: "3.2 De indicatoren die in de bijlage van de EVC-branchestandaard staan worden gebruikt als hulpmiddel voor het aantonen van een competentie."
 

40. inactieve/'slapende' standaarden

- Slapende standaarden zijn standaarden waarop drie jaar (of langer) geen traject is uitgevoerd.
- Meetpunt is de driejaarlijkse audit.
- Bij erkende opleidingscodes: alleen als er in het hele domein geen trajecten zijn uitgevoerd, wordt het hele domein verwijderd.
- Bij hbo-standaarden/croho's: alleen als er in de hele sector geen trajecten zijn uitgevoerd, wordt de hele sector verwijderd.
- Bij beroeps- en branchestandaarden: dit geldt per individuele standaard of per groepje verwante standaarden.

Bovenstaande afspraken zijn een verversing van eerdere werkafspraken, en vastgesteld op 12 december 2023 in het harmonisatieoverleg tussen het Nationaal Kenniscentrum EVC en de Beoordelende Organisaties.

Dit is een update van FAQ 9

 

39. onderbouwing tot op gedragscomponent

- De onderbouwing in het ervaringscertificaat richt zich op kerntaak, werkprocessen en de gedragscomponenten.
- Overleg met de examencommissie altijd of de meest recente versie al diplomeerbaar is via een ervaringscertificaat.

Uitzondering
Alleen bij de startbekwame pedagogisch medewerker (B301) voldoet onderbouwing op clusterniveau, en niet tot aan de gedragsindicatoren: "Let wel: de indicatoren zijn niet voorschrijvend voor het voldoen aan de standaard. Een EVC-kandidaat hoeft ze dus niet allemaal aan te tonen. Het is aan de assessor om te bepalen en te onderbouwen op basis waarvan een kandidaat de competentie wel of niet beheerst. De indicatoren bij de competentie kunnen de assessor daarvoor richting geven."

 

38. geen 'cohort'

- Sinds 2012 hanteert S-BB niet langer de term 'cohort' maar 'Gewijzigd (jaartal)' of bij ontbreken daarvan: 'Geldig vanaf'.
- Dit is vindbaar op https://kwalificatie-mijn.s-bb.nl/
- Overleg met de examencommissie altijd of de meest recente versie al diplomeerbaar is via een ervaringscertificaat.

Dit is een update van FAQ 12.

 

37. 'crebo' = 'erkende opleidingscode'

Vanaf schooljaar 2022-2023 hanteert S-BB niet langer de term 'crebo' maar 'erkende opleidingscode'. 

 

36. certificering van standaarden

Deze ervaringscertificaten beoordeelt Testudo, geen certificering binnen het EVC-stelsel
- erkende opleidingscodes (voorheen crebo) = mbo
- croho = hbo

Deze ervaringscertificaten beoordeelt Testudo, Sociaal Werk werkt! certificeert
- B185 t/m B186 Beroepsstandaard Vakbekwame Sociaal Werker mbo/hbo-niveau (FCB) - Beroepscertificaat

Deze ervaringscertificaten beoordeelt Testudo, InstallQ certificeert (per 1 maart 2024)
- B210 t/m B212 Installatietechniek

Deze ervaringscertificaten beoordeelt Testudo, Kinderopvang werkt! certificeert (via het Nationaal Kenniscentrum EVC)
- B301 Startbekwame pedagogisch medewerker Kinderopvang (FCB) - Branchecertificaat
(Route: EVC-aanbieder registreert en stuurt het ervaringscertificaat naar het Nationaal Kenniscentrum EVC, dat alleen archiveert en het Branchecertificaat uitgeeft)

Deze ervaringscertificaten beoordeelt Testudo, het Nationaal Kenniscentrum EVC certificeert
- B131 VTH - Vakbekwaamheidsbewijs
- B250 t/m B253 Banden- en wielenbranche (VACO) - Vakbekwaamheidsbewijs

Deze ervaringscertificaten beoordeelt en certificeert het Nationaal Kenniscentrum EVC
- B150 t/m B152 APK Keurmeester (RDW) - Vakbekwaamheidsbewijs
- B180 Vakbekwame hbo Jeugd- en gezinsprofessional (SKJ) - Vakbekwaamheidsbewijs
- B200 Gastouder (NYSA) - Vakbekwaamheidsbewijs (standaard vervallen per 2024) 
- B220 Front-end webdeveloper
- B225 Professional Organizer (NBPO) - Vakbekwaamheidsbewijs
- B401 t/m 404 AfvalEnergieCentrales AEC (GEO) - Vakbekwaamheidsbewijs
- B450 t/m B453 ElektriciteitsProductieCentrales EPC (GEO/PLb) - Vakbekwaamheidsbewijs
- BOC1 t/m BOC8 Beroepsoverstijgende Competentieprofielen (BOC) - Competentiebewijs

 

35. Branchestandaard startbekwame pedagogisch medewerker kinderopvang

- Ontwikkeld door de branche voor de kinderopvang (FCB).
- Alleen de versie op ervaringscertificaat.nl is geldig.
- Er zijn aanvullende bepalingen van toepassing.
- De gedragscomponenten zijn indicatief en hoeven niet expliciet bewezen te worden. 
- Er is een Engelstalige versie toegestaan. Daarbij moet de EVC-aanbieder de deelnemer bij de intake en onder 'Conclusie en aanbevelingen' in het ervarignscertificaat wijzen op de toekomstige wettelijke eisen (IKK). Deze wetgeving stelt dat per 1 januari 2025 iedere pedagogisch medewerker in de kinderopvang voldoende Nederlands dient te spreken, gesprekken moet kunnen voeren en de Nederlandse taal moet kunnen verstaan op een voorgeschreven niveau (3F).
- Een EVC-traject op basis van de branchestandaard leidt tot een branchecertificaat dat oorspronkelijk bij FCB, maar sinds eind 2023 bij het Nationaal Kenniscentrum EVC moet worden aangevraagd (zie ook item #36).
- Een EVC-traject op basis van de (identieke) onderwijsstandaard leidt tot vrijstellingen bij een onderwijsinstelling.

34. Beroepsoverstijgende competentieprofielen (BOC's)

- De Beroepsoverstijgende Competentieprofielen (BOC's) zijn gebaseerd op het EQF (European Qualification Framework) en het NLQF (Nederlands kwalificatieraamwerk). Dit zijn internationale afspraken om opleidingsniveaus gemakkelijk te vergelijken. Er is een instroomniveau, en daarna niveau 1 tot en met 8. De BOC heeft deze niveaus echter genummerd van 1 (instroomniveau) tot en met 9.

- De BOC wordt binnen EVC gehanteerd als zelfstandige standaard, maar ook voor B180 om de niveaubepalende assessor te helpen het onderscheid te maken tussen mbo en hbo, dus formeel EQF van 4 naar 6, in BOC van 5 naar 7.

Zolang de BOC-beoordeling als extra 'serviceonderdeel' is opgenomen op een ervaringscertificaat dat primair is gericht en wordt geregistreerd op een vakinhoudelijke standaard, beschouwen we de BOC-beoordeling als niet relevant voor ons toezicht. Wij kijken dan dus niet naar de versie (oud of huidig), herleidbare onderdelen en onderbouwing. Dit is dus van toepassing als in het ervaringscertificaat een crebo-, croho-, beroeps- of branchestandaard wordt genoemd waartegen een kandidaat is gemeten en het ervaringscertificaat alleen onder deze standaard (en dus niet de BOC) wordt geregistreerd in het Register Ervaringscertificaten bij het Nationaal Kenniscentrum EVC.

Op het moment dat een EVC-traject juist is gericht op een BOC-beoordeling en als zodanig ook tot een BOC-registratie leidt, dan geldt de huidige nieuwe versie zoals opgenomen op ervaringscertificaat.nl. In het ervaringscertificaat moeten dan alle onderdelen worden benoemd én vindt de onderbouwing plaats volgens de abc-formule uit de Schrijfwijzer.

Zie ook #23 WAT ZIJN DE REGELS ROND COMPETENTIEBEWIJZEN?
Zie ook #14 WAT ZIJN DE NIEUWE VAKBEKWAAMHEIDSBEWIJZEN EN COMPETENTIEBEWIJZEN?

33. Vakbekwaamheidsbewijs niet voor crebo's en croho's

Op 8 oktober 2021 heeft het Ministerie van OCW aangegeven dat het Vakbekwaamheidsbewijs voor de Arbeidsmarktroute niet (meer) mag worden uitgegeven voor EVC-trajecten op basis van een onderwijsstandaard (crebo en/of croho). Het VBA is wél toegestaan bij diverse beroeps- en branchestandaarden; zie item #36.
 

32. GGZ-Agoog - evc social work

De ggz-agoog is een gespecialiseerde maatschappelijk werker, SPH-er of Social Worker. De branche heeft hiervan geen EVC-branchestandaard gemaakt. Daarom kan er ook geen formeel EVC-ervaringscertificaat op worden afgegeven. Volgens het registratiereglement kan met een EVC-traject op de bachelor Social work (B34116) wel een deel worden aangetoond. Daarna(ast) moet de kandidaat nog een kopstudie volgen bij een hogeschool. De EVC-aanbieder moet de kandidaat hier vooraf duidelijk over informeren.


31. VerZilvering/diplomawens

Behalve de EVC Kwaliteitscode bevat ook het EVC-convenant tussen de Rijksoverheid en de Stichting van de Arbeid eisen waaraan een erkend EVC-aanbieder moet voldoen. Ten aanzien van kandidaten die hun ervaringscertificaat willen verzilveren is bepaald op p. 2:

"o aanbieders van validering op de arbeidsmarkt zorgen voor adequate voorlichting en informatie­ voorziening en verwijzen personen die als doel hebben in te stromen in een (verkort) oplei­dingstraject door naar een onderwijsinstelling;
o een ketenaanpak tussen EVC-aanbieders in de arbeidsmarktroute en onderwijsinstellingen in de onderwijsroute is hier van belang;"

De gezamenlijke EVC-aanbieders hebben deze handelswijze bevestigd in hun statement van februari 2019, met daarin opgenomen als Bijlage 1 de Model Afsprakenkaart EVC: "In het Convenant EVC dat de Stichting van de Arbeid en de overheid (ministeries OCW, SZW en EZ) hebben afgesloten, is afgesproken dat individuen met een diplomawens door de EVC-aanbieder worden doorverwezen naar een onderwijsinstelling. Een EVC-aanbieder mag alleen een EVC procedure uitvoeren voor een individu met een diplomawens, indien de EVC-aanbieder met betrekking tot de betreffende onderwijsstandaard (crebo/croho) aantoonbare afspraken heeft met een onderwijsinstelling/examencommissie van de opleiding over het gehele traject tot en met diploma."

Dit betekent concreet:
1. Een EVC-aanbieder die deelnemers met een diplomawens in traject willen nemen, beschikken voor alle standaarden over geformaliseerde afspreken met verzilverende instellingen.
2. Een EVC-Aanbieder zonder geformaliseerde afsprekenstuurt een deelnemer met een diplomawens door te sturen naar een onderwijsinstelling of andere EVC-aanbieder die wel geformaliseerde afspraken heeft.
3. Een EVC-aanbieder die niet over ketenafspraken beschikt moet hier open en transparant in zijn.
4. Curio (voorheen mbo West-Brabant) accepteert in principe alle deelnemers met een ervaringscerttificaat. Zie online folder. EVC-Aanbieders die nog geen ketenafspraken hebben kunnen met hen contact opnemen. Ook Zorg & Werk Academie biedt een vergelijkbare route (zie webpagina), evenals  Scalda via Helix Learning (zie webpagina).

30. STAP-budget

Update: het kabinet heeft het STAP-budget per 1 januari 2024 geëindigd.

Het STAP-budget is een tegemoetkoming van maximaal € 1.000,- per jaar. Dit is bedoeld voor alle werkenden en niet-werkenden. Het wordt per 1 januari 2022 ingevoerd. DUO gaat een zogeheten scholingsregister opzetten. Daarin staan alle aanbieders van opleidingen en andere ontwikkeltrajecten die zijn goedgekeurd. Het Register van Erkende EVC-aanbieders wordt rechtstreeks gekoppeld aan dit scholingsregister. Daardoor komen EVC-trajecten in aanmerking voor vergoeding vanuit het STAP-budget. Het UWV gebruikt het scholingsregister om een (deel van het) budget dat is toegekend aan een persoon uit te keren de erkende EVC-Aanbieder of een erkende opleider.

29. Hoe 'breed' moet een crebo-ervaringscertificaat zijn?

Een crebo bestaat in de kern uit:

- Het basisdeel (opgebouwd uit kerntaken met werkprocessen, zie #13) > mag via evc.
- Het profieldeel (kerntaak met werkprocessen, zie #13) > mag via evc.
- Keuzedelen (met kerntaken en werkprocessen, zie #13) > mag via evc. Is een kandidaat niet geïnteresseerd in verzilvering dan hoeft hij de keuzedelen dus niet aantoonbaar te maken. Ook zonder keuzedelen kan een evc-procedure worden afgerond. Belangrijk: via het schoolprogramma tekenen de kandidaten dit af op basis van 'aanwezigheid/participatie'. De kandidaat hoeft er dus geen 'voldoende' voor te halen vooralsnog. De regelgeving wordt 2020/2021 heroverwogen. Indien een keuzedeel wordt opgenomen in de evc-traject, dan moet er worden aangetoond dat de kandidaat het beheerst.
- Loopbaan en burgerschap (LB) > mag via evc.
- Instellingsexamens taal en rekenen > (mogen in kader van verzilvering vervangen worden door onder andere een TOA-toets, anders is het een verplicht onderdeel van het 'schoolprogramma'/-vereisten).
- Centrale examens taal en rekenen > verplicht door de school uit te voeren.
- Eventueel bij wet verplichte delen (denk aan examens Exth voor toezichthouders, SVPB voor beveiligers, rijbewijs in het kader van enkele kwalificaties) > moeten via de desbetreffende exameninstellingen – veelal ingekocht via de scholen. Maar moet in het kader van verzilvering met een voldoende zijn behaald.

28. Moet de geboortenaam (voorheen: 'meisjesnaam') worden vermeld in de personalia van het ervaringscertificaat?
 

- De Schrijfwijzer (p. 4) stelt: "Vermeld bij vrouwelijke kandidaten altijd de naam (conform weergave op het identiteitsbewijs).

- Maar: wie getrouwd is, kan de naam van de partner aannemen. Alle bewijsstukken van werkgever, opleidingen en dergelijke staan dan ook op die partnernaam gesteld. Dit kan verwarrend zijn.

- Een kandidaat kan zich ongemakkelijk voelen wanneer deze op het voorblad en in de onderbouwing van het ervaringscertificaat steeds wordt genoemd bij de geboortenaam.

- Een praktische oplossing is het opnemen van de geboortenaam bij de personalia (zodat wordt voldaan aan de Schrijfwijzer), met als achtervoeging bijvoorbeeld 'Verder te noemen 'gehuwd [partnernaam]'' of 'Verder te noemen 'gehuwd [partnernaam] - [geboortenaam]'.

27. Tot welk moment mogen er portfoliobewijzen worden toegevoegd?

De EVC-Kwaliteitscode 3.0 subcodes 1.2 en 2.3 stellen dat de rollen van begeleiders en assessoren strikt gescheiden zijn, zowel op papier als in de praktijk.

- Een begeleider kan dus niet ook assessor zijn van dezelfde kandidaat.

- De begeleider en assessor mogen ook niet samen overleggen over dezelfde kandidaat.

- Een assessor kan tijdens een bedrijfsbezoek of gesprek samen met de kandidaat ontdekken dat er toch nog aanvullende tastbare bewijzen zijn waaraan niet is gedacht.

- De Kwaliteitscode en de Schrijfwijzer schrijven niet voor dat het portfolio definitief gesloten moet zijn (ook al doet RemindoEVC dit wel) als de assessor aan het werk gaat.

- Het kan aan de waarde van het ervaringscertificaat kracht toevoegen dat een onderbouwing gebeurt op basis van tastbaar bewijs in plaats van (alleen) op basis van een (professionele) mening.

- Portfoliobewijzen mogen daarom op elk moment worden toegevoegd, tenzij de EVC-aanbieder hierin anders bepaalt.

26. Wat zijn de belangrijkste specifieke bepalingen per branche- of beroepsstandaard?

B150 APK 2 Keurmeester lichte voertuigen (personenautotechniek)
B151 APK 1 keurmeester zware voertuigen (bedrijfsautotechniek)
B152 APK 3 Keurmeester landbouwvoertuigen > 40 km/h

Voor het uitvoeren van EVC-trajecten op deze standaarden zijn aanvullende voorwaarden (versie 1 mei 2021) van toepassing. De belangrijkste eisen zijn:

Assessoren
- gedetailleerd benoemen merk, model, bouwjaar, kilometerstand en brandstof van voertuigen in assessment
- extra aandacht voor begrijpend lezen, rekenen, IT en remsysteem
- speciaal format ervaringscertificaat voor de APK-keurmeester personenautotechniek, een speciaal format ervaringscertificaat voor de APK-keurmeester bedrijfsautotechniek, en een speciaal format ervaringscertificaat voor de APK-keurmeester landbouwvoertuigen.

Beoordelende Organisatie
- onaangekondigde steekproef assessment

Overige
- APK 2 altijd in combinatie met de EVC-procedure voor eerste autotechnicus niveau 3, crebo 25244.
- APK 1 altijd in combinatie met de EVC-procedure voor eerste bedrijfsautotechnicus niveau 3, crebo 25245.
- APK 3 altijd in combinatie met de EVC-procedure voor allround monteur mobielevoertuigen niveau 3, crebo 25241.

B180 Vakbekwame hbo jeugd- en gezinsprofessional

Voor het uitvoeren van EVC-trajecten op deze standaarden zijn aanvullende voorwaarden van toepassing. De belangrijkste eisen zijn:

Assessoren
- één met aantoonbaar werkervaring in het werkveld
- één niveaubepalende expert (bijvoorbeeld aan de hand van de BOC-standaard, zie #34
- beiden aanwezig bij het cgi

Beoordelende Organisatie
- onaangekondigde steekproef assessment
- rapportage van eerste EVC-procedure

Overige
- per deskundigheidsgebied ten minste één bewijs niet ouder dan twee jaar
- per deskundigheidsgebied benoemt de kandidaat twee systeemtheorieën en methodieken
- de kandidaat toont aan hoe hij deze binnen het werk toepast
- dit moet herleidbaar in het ervaringscertificaat terug te vinden zijn
- kandidaat vult reflectie- of verantwoordingsformulier in

B210 Werkverantwoordelijke gasinstallatieleidingen
B211 Werkverantwoordelijke Elektrische Laagspanningsinstallaties
B212 WERKVERANTWOORDELIJKE LEIDINGWATERINSTALLATIES

Assessoren
- drie jaar aantoonbare actuele werkervaring
- minimaal hetzelfde niveau
- akkoord bevonden door InstallQ/Wij Techniek

Beoordelende Organisatie
- onaangekondigde steekproef assessment

Overige
- 35% portfolio
- 5% 360° feedback
- 60% werkplekonderzoek en CGI
- InstallQ/Wij Techniek mag het Ervaringscertificaat en het bijhorende dossier opvragen bij de EVC-Aanbieder. Dit dient in de EVC-overeenkomst met de kandidaat te worden vastgelegd.

25. Wat is het VERschil tussen een branchestandaard en een beroepsstandaard?

- Branchestandaarden en beroepsstandaarden worden binnen sectoren en branches gebruikt om de eisen aan te geven die aan vakbekwame medewerkers worden gesteld. Deze standaarden zijn door een branche of beroepsgroep ontwikkeld en inhoudelijk anders dan de standaarden die gelden voor het mbo (crebo) of hbo (croho).


- Branchestandaarden en beroepsstandaarden die zijn erkend door het Nationaal Kenniscentrum EVC kunnen erkende EVC-aanbieders gebruiken in een EVC-procedure.


- Branchestandaarden en beroepsstandaarden zijn in de kern vergelijkbaar. Het verschil zit in de opsteller c.q. houder van de standaard.

Een branchestandaard is geïnitieerd door een bestaand orgaan binnen een specifieke sector; bijvoorbeeld het Nederlands Instituut van Register Payroll Accounting (NIRPA) voor de branchestandaard 'Salarisprofessional'.


- Een beroepsstandaard is geïnitieerd door een 'gelegenheidssamenwerking' van diverse organen, veelal sectoroverstijgend; bijvoorbeeld RDW T&B APK, Stichting Overlegorgaan APK, EVC Centrum Nederland, IBKI en EVC Autotechniek voor de beroepsstandaard 'APK-keurmeester'.

24. Wat is er bijzonder aan de beroepsstandaard Vakbekwame hbo jeugd- en gezinsprofessional?

Deze informatie is geactualiseerd. Zie item 26 van deze Veelgestelde vragen.

23. Wat zijn de regels rond competentiebewijzen?

- Het EVC-competentiebewijs beoordeelt niet iemand op specifieke vakinhoudelijke kwaliteiten, maar op een generiek denk- en werkniveau. Dat is bijvoorbeeld belangrijk als iemand van de ene branche naar een totaal andere branche overstapt, en vooral de algemene inzetbaarheid moet aantonen.
- Het EVC-competentiecertificaat wordt afgezet tegen de competentiestandaard van het Nationaal Kenniscentrum EVC. Deze is gebaseerd op de acht niveaus van het EQF (European Qualification Framework), aangevuld met een instroomprofiel. Download op de website van het Nationaal Kenniscentrum EVC het overzicht van alle competentieprofielen.

- Alleen erkende EVC-aanbieders mogen trajecten uitvoeren die leiden tot een EVC-competentiebewijs. De onderdelen die behoren tot het gewenste niveau binnen de compententiestandaard wordt op vergelijkbare wijze in het EVC-rapportformat opgenomen als de kerntaken en werkprocessen van een 'gewone' crebo-, croho-, beroeps- of branchestandaard.

- De gehanteerde instrumenten moeten aantoonbaar gevalideerd en gestandaardiseerd zijn. Als een instrument gevalideerd is, betekent dit dat er onderzoek is gedaan naar de validiteit en de betrouwbaarheid: het instrument meet daadwerkelijk wat het moet meten, ook als het gebruikt wordt in verschillende situaties door verschillende personen. Gestandaardiseerd betekent dat het instrument een vast 'format' heeft, oftewel voor iedere kandidaat hetzelfde is. Hierdoor zijn vergelijkingen beter mogelijk, omdat bijvoorbeeld verschillende antwoorden op dezelfde vragen niet het gevolg zijn van verschillen in de vragen.

- De assessoren kunnen aantonen ten minste één NLQF-niveau hoger te zijn opgeleid dan het niveau waarvoor de kandidaat wordt beoordeeld. Een EVC-competentietraject voor niveau 6 bereist dus een assessor op niveau 7.

- Zie voor de positie van het competentiebewijs binnen het EVC-stelsel ook item 14 en 34.

22. Kan elke EVC-aanbieder lid worden van NRTO?

- Alleen erkende EVC-aanbieders.

- Van elke Beoordelende Organisatie.

- Na het invullen van de zelfevaluatie en verklaring.

- Opsturen naar info@nrto.nl.

21. Wat zijn de regels rond een EVP (ervaringsprofiel)?

Het ervaringsprofiel is een vereenvoudigde versie van het ervaringscertificaat. Het bevat een overzicht van kennis en ervaring afgezet tegen een crebo, croho, branche- of beroepsstandaard. Dit gebeurt op basis van een portfolio, zonder praktijkassessment zoals een proeve van bekwaamheid of werkplekbezoek.
 

Een EVP is geen beschermd product. Het is iedereen toegestaan om een ervaringsprofiel op te stellen. De uitvoering van een EVP kan op verschillende manieren plaatsvinden.
 

Alleen erkende EVC-aanbieders mogen op hun EVP-rapportage het keurmerk van het Nationaal Kenniscentrum EVC gebruiken.

20. Zijn het criteriumgericht interview en het afsluitend gesprek hetzelfde?

Subcodes 1.1 en 2.1 van de EVC-Kwaliteitscode 3.0 stellen dat deelnemers het recht op een afsluitend gesprek hebben. Dit betreft een niet-inhoudelijk gesprek na afloop van het EVP/EVC-traject dat ook NIET meetelt in de beoordeling. Omdat het over het proces gaat, kan dit door een procesassessor, vakinhoudelijk assessor of portfoliobegeleider gebeuren.
 

Na afloop van een proeve van bekwaamheid of werkplekbezoek is een criteriumgericht interview gebruikelijk. Hierin neemt de assessor met de deelnemer nog diverse aspecten door die bijvoorbeeld niet goed uit de verf zijn gekomen in het praktijkgedeelte en/of het portfolio. Deze informatie telt WEL mee in de beoordeling. Omdat het EVC-traject nog loopt, mag dit alleen door de assessor(en) gebeuren.

Veel EVC-aanbieders vermijden de term 'criteriumgericht interview' in hun communicatie naar de deelnemers, en noemen het daarom assessmentgesprek of eindgesprek. Maar dat is dus een ander afsluitend gesprek dan bedoeld in subcodes 1.1 en 2.1.

19. Wat is er bijzonder aan de beroepsstandaard APK-keurmeester?

Deze informatie is geactualiseerd. Zie item 26 van deze Veelgestelde vragen.

18. Wat is het EVC MAGAZINE?

Het EVC MAGAZINE was een initiatief vanuit de EVC-keten om EVC bekender te maken bij werknemers én werkgevers.

Via intekening door werkgevers- en werknemersorganisaties, O&O-fondsen, beroeps- en brancheorganisaties, en individuele bedrijven. Daarmee is een fijnmazige distributie gewaarborgd. Bij intekening op minimaal 100.000 exemplaren kan het EVC MAGAZINE worden gerealiseerd. Vanwege gebrek aan financiering is het initiatief opgeschort. Zie hier de oorspronkelijke website evcmagazine.nl in pdf.

17. Hoe 'streng' is de Schrijfwijzer?

De Schrijfwijzer is de richtlijn voor een gestructureerde opbouw van het ervaringscertificaat.

Alle elementen die de Schrijfwijzer noemt, moeten herkenbaar zijn in het ervaringscertificaat.

Daarin is enige flexibliteit. Zo vereist de Schrijfwijzer een afsluitende conclusie per beoordeeld werkproces, en noemt hiervoor de zin 'De kandidaat beheerst dit werkproces'. Wanneer met RemindoEVC van Paragin wordt gewerkt, voldoet ook het groene vakje als snel herkenbare en eenduidige conclusie.

16. Hoe voeg ik een nieuwe crebo/croho, domein/sector of branche- en beroepsstandaard toe aan mijn bestaande erkenning?

Nieuwe crebo/croho binnen een reeds erkend domein of sector: deze kunt u rechtstreeks aanmelden bij het Nationaal Kenniscentrum EVC zonder dat er een adviesrapport van Testudo nodig is. De nieuwe erkenning loopt mee in de resterende looptijd van de bestaande erkenning.

Nieuw domein/sector: hiervoor vraagt u een nieuwe beoordeling bij Testudo aan. De nieuwe erkenning is in eerste instantie voor zes maanden. Bij een positieve verlengingsbeoordeling loopt het nieuwe domein mee in de resterende looptijd van de bestaande erkenning.

Nieuwe branche- of beroepsstandaard: hiervoor vraagt u een nieuwe beoordeling bij Testudo aan. De nieuwe erkenning is in eerste instantie voor zes maanden. Bij een positieve verlengingsbeoordeling loopt de nieuwe branchestandaard mee in de resterende looptijd van de bestaande erkenning. Wanneer de nieuwe branche- of beroepsstandaard nauw verwant is met crebo's in de bestaande erkenning, dan kan de nieuwe branche- of beroepsstandaard direct meelopen in de resterende looptijd van de bestaande erkenning.

15. Wat is het verschil tussen een ervaringscertificaat en ECVET?

Een ervaringscertificaat is een waardering gebaseerd op werkprocessen uit één kwalificatie (crebo, croho, branche- of beroepsstandaard).

ECVET is een waardering gebaseerd op werkprocessen uit verschillende kwalificatiedossiers.

Een meer uitgebreide vergelijking is overgenomen van de website van het Nationaal Coördinatiepunt ECVET:

14. Wat zijn de nieuwe vakbekwaamheidsbewijzen en competentiebewijzen?

Het EVC-ervaringscertificaat is het uitgebreid beoordelingsverslag met onderbouwing, afgezet tegen een crebo-, croho-, beroeps-, branche- of competentiestandaard.

Het EVC-vakbekwaamheidsbewijs is een gewaarmerkt getuigschrift als verzilvering voor de arbeidsmarktroute. Het is altijd gebaseerd op het ervaringscertificaat dat na een afgeronde EVC-procedure wordt verstrekt. Dit vakbekwaamheidsbewijs is ideaal voor kandidaten die niet een verzilveringswens via de onderwijsroute hebben, maar toch iets 'aan de muur' en/of in hun personeelsdossier willen. Ook kan het worden gewaardeerd door kandidaten die wél opgaan voor het formele mbo- of hbo-diploma, maar ook graag alvast iets aan de muur willen.Het EVC-vakbekwaamheidsbewijs kan (ook voor alle reeds uitgevoerde EVC-trajecten vanaf 1 januari 2016) worden besteld bij het Nationaal Kenniscentrum EVC.

Het EVC-ervaringsprofiel (EVP) is een eenvoudiger uitvoering van een ervaringscertificaat. In principe worden nu alleen de papieren bewijsstukken verzameld en vergeleken met de relevante opleiding. Zie ook item 21 van deze Veelgestelde vragen.

Het EVC-competentiebewijs is een gewaarmerkt getuigschrift als verzilvering voor de arbeidsmarktroute. Het kan worden verstrekt bij volledig aangetoonde aspecten uit een beroepsoverstijgende competentiestandaard. Het is altijd gebaseerd op het ervaringscertificaat dat na een afgeronde EVC-procedure wordt verstrekt. Dit competentiebewijs is ideaal voor kandidaten die niet willen worden beoordeeld op specifieke vakinhoudelijke kwaliteiten, maar op een generiek denk- en werkniveau. Dat is bijvoorbeeld belangrijk als iemand van de ene branche naar een totaal andere branche overstapt, en vooral de algemene inzetbaarheid moet aantonen. De EVC-beroepsoverstijgende competentiestandaard is gebaseerd op de acht niveaus van het EQF (European Qualification Framework), aangevuld met een instroomprofiel. Download op de website van het Nationaal Kenniscentrum EVC het overzicht van alle competentieprofielen.

Alle hierboven genoemde meetstandaarden mogen alleen door erkende EVC-aanbieders worden uitgevoerd.

13. Wat zijn de keuzedelen?

Alle mbo-opleidingen zijn in domeinen ingedeeld.

Ieder domein bestaat uit kwalificatiedossiers.

Een kwalificatiedossier bestaat uit een vast basisdeel en verschillende profieldelen.

Het basisdeel en een van de profieldelen vormen samen een kwalificatie.

Keuzedelen zijn de ‘plus’ op de kwalificatie en maken de mbo-opleiding compleet. Een mbo-opleiding bestaat dus uit een basisdeel, een profieldeel en keuzedelen.

Het basisdeel stelt generieke eisen aan Nederlandse taal, rekenen, loopbaan en burgerschap en Engels (uitsluitend voor niveau 4) en beroepsspecifieke eisen op het gebied van vakkennis, vaardigheden en houdingsaspecten waarover de student moet beschikken in het betreffende werkveld.

Een profieldeel omvat specifieke onderdelen van een kwalificatie die niet gelden voor alle kwalificaties in het dossier. De naam van het profiel wordt vermeld op het diploma als de officiele opleidingsnaam.

Keuzedelen verbreden of verdiepen en dragen bij aan een betere in- of doorstroom naar een vervolgopleiding.

Elke school maakt eigen keuzes bij het aanbieden van keuzedelen.

Lees meer over de risico's van keuzedelen in EVC-procedures hieronder bij item 12 en 8 van deze Veelgestelde vragen.


12. Wat is het verschil tussen 'Cohort' of 'Geldig vanaf'?

Zie recentere tekst bij FAQ 37.

 

- Het cohort van een crebo wordt bepaald door het eerste schooljaar waarin de crebo actief is, bijvoorbeeld 2011-2012.

- In de oudere dossiers, tot en met 2011-2012, wordt nog letterlijk bij elke crebo een cohort benoemd; sinds 2012-2013 wordt gesproken van 'Geldig vanaf'.

- Een crebo met een 'Geldig vanaf'-datum van 01-08-2015 is in het oude taalgebruik 'cohort 2015-2016' ofwel: de eerste groep leerlingen start in schooljaar 2015-2016.

- Een crebo blijft dezelfde 'Geldig vanaf'-naam houden tot aan de laatste diplomering; dat is in principe minimaal vier jaar later (namelijk de eerste lichting), en maximaal tot aan de expiratiedatum van het crebo.

- Een ROC examineert en diplomeert een vierjarige opleiding met een 'Geldig vanaf'-datum van 01-08-2015 dus pas voor het eerst in 2019.

- EVC-aanbieders met kandidaten met een diplomawens werken dus bij voorkeur niet met de jongste crebo's; de kans bestaat immers dat deze nog niet gediplomeerd kunnen worden omdat het ROC met de eerste groep leerlingen nog niet in het vierde (examen)jaar is aanbeland.

- Wanneer een de EVC-aanbieder wél een crebo met een jonge 'Geldig vanaf'-datum gebruikt in het EVC-traject met diplomadoel, dan heeft de EVC-aanbieder naast de algemene verzilveringsafspraken met de onderwijsinstelling ook specifiek het accepteren van deze jonge crebo afgestemd.

- De expiratiedatum van een crebo met een 'Geldig vanaf'-datum bepaalt het laatste jaar waarin op basis van de opgenomen kwalificatie-eisen een diploma mag worden verstrekt. De laatste instroom in het reguliere onderwijs ligt dus een aantal jaar daarvoor, afhankelijk van de opleidingsduur.

Vanaf de datum van inwerkingtreding van de nieuwe kwalificatie mag een onderwijsinstelling een student niet meer in het eerste jaar van de oude opleiding inschrijven. De WEB biedt ruimte aan onderwijsinstellingen voor inschrijving van zij-instromers bij lopende cohorten: cohorten die voor die datum zijn begonnen met de opleiding en nog de opleiding volgen met het ‘oude’ crebonummer.

11. Kan een EVC-certificaat leiden tot rechtstreekse verzilvering?

Nee. De onderwijsinstellingen hebben een verplichting om onderdelen zoals taal en rekenen zelf te toetsen. Een ervaringscertificaat levert in de term van ‘verzilvering’ mogelijk een vrijstelling op voor de inhoudelijke onderdelen van het curriculum, mits de EVC-aanbieder daartoe afspraken heeft met een examencommissie van bijvoorbeeld een ROC of hogeschool.

10. Wat is het verschil tussen een (crebonummer van een) kwalificatiedossier en een (crebonummer van een) kwalificatie?

Een kwalificatiedossier omvat één of meerdere opleidingen ('kwalificaties' of 'standaarden') die slechts minimaal van elkaar verschillen. Een kwalificatiedossier zelf kan meerdere jaargangen of meerdere codes hebben, wat afhangt van de omvang van de aanpassingen in de onderliggende kwalificaties. Ook de onderliggende kwalificaties kunnen onder dezelfde naam meerdere crebo's hebben, of zelfs verschillende opleidingen betreffen die voor een heel groot deel overeenkomen. De EVC-erkenning wordt gegeven op het niveau van de kwalificatie, dus dat is ook de crebo die moet worden aangehouden.

9. Loopt de erkenning van 'slapende' domeinen door?

Zie recentere tekst bij FAQ 40.

- Testudo beoordeelt of u nog wel aan de geldende criteria voldoet voor erkenning van dit domein, zoals deskundige assessoren.

- Bij een positieve beoordeling verstrekt het Nationaal Kenniscentrum EVC voor dit domein een verkorte erkenning van zes maanden.

- Vinden er binnen deze zes maanden EVC-trajecten in het domein plaats, dan beoordeelt Testudo de kwaliteit van de verstrekte ervaringscertificaten; bij een positieve beoordeling kunt u bij het Nationaal kenniscentrum EVC voor dit domein alsnog volledige erkenning aanvragen voor de resterende looptijd tot aan de volgende verlengingsbeoordeling.

- Vinden er binnen deze zes maanden geen EVC-trajecten in het domein plaats, dan vervalt de erkenning deze domeinerkenning; nieuwe activatie verloopt volgens de standaardprocedure voor het aanvragen van een nieuwe domeinerkenning.

8. Testudo-nieuwsbrief januari 2017

Voorheen EBN, KIWA, KCE of Examenkamer? Maak op tijd een kennismakingsafspraak met Testudo.

Check in uw DUO-verlengingsbrief tot wanneer uw erkenning loopt.

Tip: dit zijn de belangrijke veranderingen in de nieuwe EVC Kwaliteitscode 2.0.

Let op de keuzedelen: niet iedere ROC is er klaar voor!

Lees de hele nieuwsbrief: testudo-nieuwsbrief-201701.pdf

7. Zijn er al erkenningen verstrekt door het nieuwe Nationaal Kenniscentrum EVC?

Het Nationaal Kenniscentrum EVC heeft op 16 november 2016 Volandis als eerste EVC-aanbieder erkend op basis van de nieuwe EVC Kwaliteitscode 2.0.

Dit gebeurde op basis van een positief advies van de beoordelende organisatie Testudo in Dronten.

Het officiële persbericht is te lezen op de website van het ANP.

6. Hoe zit het met het privacy impact assessment?

  • De EVC-Kwaliteitscode 3.0 d.d. 1 januari 2021 vereist niet langer een privacy impact assessment (PIA).
  • In plaats daarvan vermeldt u dat alle gegevens conform de AVG worden bewaard.
  • Wellicht kan de uitgave Handreiking bescherming persoonsgegevens als inspiratie dienen.

5. Vallen extra crebo- en croho-kwalificaties ook onder de scholingsaftrek?

U kunt extra crebo- en croho-kwalificaties toevoegen voor de domeinen en sectoren waarvoor u bent erkend.

Alleen als u DUO verzoekt deze toe te voegen aan uw bestaande erkenning, dan is de scholingsaftrek van toepassing. Dit kan alleen tijdens de looptijd van uw DUO-erkenning.

Geef de toevoegingen ook altijd door aan het Nationaal Kenniscentrum EVC.

Bron: Nationaal Kenniscentrum EVC, e-mail 11 november 2016.

4. Tot wanneer kunnen kandidaten de kosten van hun EVC-procedure opvoeren als scholingsaftrek?

De fiscale regeling geldt voor alle EVC-procedures waarvoor DUO u heeft erkend. Dit is uiterlijk 31 december 2017.

Als uw erkenning eerder afloopt, en u een erkenning van het Nationaal Kenniscentrum EVC ontvangt, dan is het fiscale voordeel niet van toepassing voor kandidaten die vanaf die datum beginnen.

Voor kandidaten die in tijdens de DUO-erkenning zijn begonnen, maar tijdens de Nationaal Kenniscentrum EVC-erkenning hun ervaringscertificaat ontvangen, is de fiscale status niet geheel duidelijk. Het Nationaal Kenniscentrum EVC raadt u aan met de belastinginspecteur in uw regio daarover contact op te nemen dan wel de EVC-kandidaat aan te geven daarover met de inspecteur contact op te nemen.

Bron: Nationaal Kenniscentrum EVC, e-mail 11 november 2016.

3. Tot wanneer loopt de DUO-erkenning?

Als u gebruik heeft gemaakt van het DUO-verlengingsaanbod van 20 januari 2016 (zie bericht hieronder): in de brief is óf een expliciete einddatum genoemd óf een maximale toegekende erkenning van achttien maanden vanaf de dagtekening (datum) van de erkenningsbrief. Dit is dus niet automatisch tot december 2017.

Als u geen gebruik heeft gemaakt van het DUO-verlengingsaanbod, dan staat de datum vermeld in de beschikkingsbrief die u heeft ontvangen op basis van uw laatste beoordelingsrapport door een Beoordelende Organisatie.

Bron: Nationaal Kenniscentrum EVC, e-mail 11 november 2016.

2. Hoe zit het met EVC-erkenningen tussen 1 juli 2016 en 31 december 2017?

De huidige beleidsregel met fiscale voordelen voor de kandidaat (aftrek inkomstenbelasting) loopt tot en met 31 december 2017.

Als u als EVC-aanbieder tot deze einddatum erkend wilt blijven (en uw kandidaten dus de fiscale voordelen wilt bieden), dan moet u daarvoor verlenging aanvragen; dat kan tot 1 mei 2016.

Als u het verlengingsverzoek NIET indient, dan loopt uw bestaande erkenningsbeschikking tot de oorspronkelijke datum in 2016 of 2017 (namelijk achttien maanden na de beschikking) door.

Na die datum kunt u wel een verlenging tot 31 december 2017 aanvragen, maar dan vervallen de fiscale voordelen voor de kandidaat; u bent dan dus minder aantrekkelijk als EVC-aanbieder.

U zet uw bestaande erkenning om naar de nieuwe erkenning tot en met uiterlijk 31 december 2017 door uw beoordelingsrapport vóór 1 mei (dus uiterlijk op 30 april) met een verlengingsverzoek bij DUO in te dienen.

Er is echter een belangrijke voorwaarde: het beoordelingsrapport mag niet ouder zijn dan zes maanden op het moment van indienen. Is uw beoordelingsrapport bijvoorbeeld gedateerd 1 oktober 2015, dan vraagt u de omzetting dus vóór 1 april (= uiterlijk op 31 maart) 2016 bij DUO aan.

Is uw beoordelingsrapport op het moment van uw verlengingsverzoek (naar verwachting) ouder dan zes maanden? Neem dan nu contact met Testudo op voor een herbeoordeling op korte termijn. U kunt dan tegelijk in het 'oude' DUO-register én in het nieuwe register van het Nationaal Kenniscentrum EVC worden opgenomen.

Bron: OCW, brief 20 januari 2016.

1. Testudo-nieuwsbrief februari 2016

Erkende EVC-aanbieder? Pas op voor 1 mei!

Testudo erkende én ervaren EVC-beoordelende organisatie